De objecten die ik fotografeer, zijn allemaal dingen die onbedoeld op de straat
terecht zijn gekomen. Ik werk nu ruim 4 jaar aan deze serie en ‘Under Your Feet’
heeft door de jaren heen voor mij alleen maar meer intensiteit hebben gekregen. Ik
heb een handigheid ontwikkeld in het spotten en fotograferen van mooie versies van
hetzelfde: zo heb ik bijvoorbeeld wel vijftien bananenschillen, met ieder hun eigen
karakter.
Het is ook een psychologisch spelletje dat ik met mezelf speel: ik heb eigenlijk
bijna altijd haast, en moet telkens de beslissing maken of het afval dat ik heb
gezien de extra paar minuten vertraging waard is - om terug te gaan om het te
fotograferen. Als het afval het omkeren waard lijkt, móet ik stoppen. Als ik het
niet doe, heb ik spijt. Het zijn kortstondige fossielen en ze kunnen zomaar weg
zijn. Geen van de dingen die ik heb gefotografeerd bestaan nog. Er ontstaat poëzie
waarin het abjecte tot kunst wordt gepromoveerd. ‘Waste’ wordt verheven tot poëzie
door het zien en vastleggen. Het contrast tussen esthetisch en weerzinwekkend vind
ik interessant. Tijdens het maken van werk lijk ik elke keer terug te komen op het
onaangename of zelfsprekende te doorbreken.